Op het gebied van loon verandert er de komende jaren een en ander. Dat geldt hoofdzakelijk voor het gebruikelijk loon voor een dga en het minimumloon. Hier lees je wat de plannen zijn.

Strengere regels over gebruikelijk loon voor een dga

Ben je een dga of houd je een aanmerkelijk belang in een bv waar je voor werkt? Dan krijg je verplicht een loon dat gebruikelijk is voor de werkzaamheden en diensten die je verricht (in vergelijking met een soortgelijke functie). Dit salaris hoef je niet perse te ontvangen. Voor de aangifte bij de Belastingdienst is het loon daarmee mogelijk, al dan niet gedeeltelijk, fictief.

Op het loonbedrag kan je een zogenaamde doelmatigheidsmarge toepassen. Die marge is 25%. Het loon kan dus 75% bedragen van wat ‘gebruikelijk’ is. Maar als het aan het kabinet ligt, gaat die marge vanaf 2023 naar 15%. Het gevolg is dat het op te geven salaris hoger komt te liggen; en daarmee ook de te betalen inkomstenbelasting in box 1.

Op Prinsjesdag 2022 komt er een definitief wetsvoorstel. Tot die tijd is dit alleen een vooraankondiging en kan er in theorie dus nog wat veranderen aan dit idee.

Uniform minimumloon

Waar de Tweede Kamer al wel over uit is, is een wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag; waarschijnlijk per 1 januari 2024. Op dit moment bestaat er geen wettelijk minimumloon per uur. Het uitgangspunt in de huidige wet is namelijk een minimumloon per maand dat wordt teruggerekend naar week- en dagbedragen. Wat je per uur verdient, hangt dus af van het gebruikelijke aantal uren per werkweek. Werk je bijvoorbeeld 36 uur per week tegen het minimumloon, ontvang je per uur meer dan iemand die tegen het minimumloon 40 uur per week werkt.

De nieuwe wet beoogt het minimumloon per uur voor iedereen gelijk te trekken. De wetgever gaat uit van een werkweek van 36 uur. Werk je meer, bijvoorbeeld 38 of 40 uur, dan ga je dus ook meer verdienen.

Overigens moet de Eerste Kamer nog wel vóór het wetsvoorstel stemmen. Wordt vervolgd dus.