Ben je directeur-grootaandeelhouder en heb je een schuld aan je vennootschap? Let dan op. Als die schuld op 31 december 2023 hoger is dan € 700.000, dan ben je over het meerdere box 2 heffing verschuldigd. De Belastingdienst ziet het excessief lenen van de eigen onderneming als belastingontduiking en krijgt hier nu dus ook een wettelijke basis voor.

Het meerdere over het bedrag van € 700.000 neemt de Belastingdienst ook in aanmerking voor box 3. Nu de Belastingdienst moet werken met een forfaitaire berekening, levert een schuld in box 3 minder voordeel op dan onder de ‘oude’ regeling.

Hogere box 2 heffing en excessief lenen

Vanaf 1 januari 2024 verandert er wederom iets. De heffing in box 2 voor bedragen die de grens van € 67.000 overschrijden, stijgt dan naar 29,5%, zo liet de minister van Financiën in de Voorjaarsnota 2022 weten.

Een voorbeeld. Een dga heeft per 31 december 2023 een schuld van € 1.500.000 bij zijn bv. Het excessieve gedeelte is daarmee (€ 1.700.000 – € 700.000 =) € 1.000.000. De box 2 heffing is in dat geval € 269.000.

Keert de betreffende vennootschap in 2024 dividend uit aan de dga ter hoogte van € 1.000.000 en gebruikt deze dga dit om het excessieve deel van de schuld af te lossen? In dat geval kom je alsnog onder het verhoogde tarief van 29,5% uit. Dat doe je door het ‘negatieve fictieve reguliere voordeel’ te verrekenen met het reguliere voordeel. Het gevolg is dat er geen ab-heffing verschuldigd is. Daarmee ontloop je het verhoogde tarief.

Niet schuiven

Kortom: reken je de excessieve schuld tijdig af, dan profiteer je van het lagere tarief van 2023 zonder met gelden te moeten schuiven (van zakelijk naar privé). Uiteraard blijft de dividendbelasting als voorheffing over de leensom van € 1.000.000 bestaan. Die voorfinancieren is daartoe de remedie.