Na een baanbrekende uitspraak van de Hoge Raad eind 2021, moest de Belastingdienst aan de slag met de belastingheffing over vermogen in Box 3. Want, zo oordeelde de rechter: deze is in strijd is met het Eerste Protocol bij het EVRM als het werkelijke rendement lager is dan het forfaitaire rendement. Het werkelijk behaalde rendement moet leidraad zijn bij het berekenen van voordeel uit sparen en beleggen.

Op 30 juni 2022 heeft de Belastingdienst bekendgemaakt hoe die de ‘verkeerde’ berekeningen gaat herstellen. Nog niet alles is glashelder, maar dit al wel.

Wie komt in aanmerking voor rechtsherstel van box 3 heffing?

Er bestaat een onderscheid tussen degenen die bezwaar hebben gemaakt en zij die dat niet hebben gedaan.

Wel bezwaar gemaakt

Heb je bezwaar gemaakt? Als dat de periode 2017 tot en met 2020 betreft, is de Belastingdienst vanaf 1 juli 2022 met jouw bezwaar aan de slag gegaan. Dit gebeurt voor het grootste gedeelte automatisch. Het jaar 2021 volgt op een later moment.

Cruciaal in de nieuwe berekening is het forfaitair rendement, gesplitst in drie vermogensgroepen: banktegoeden, schulden en overige bezittingen (zoals beleggingen en (bedrijfs)panden. De drie forfaitaire rendementspercentages samen vormen de basis voor de berekening van het totale nieuwe forfaitaire rendement – en daarmee de hoogte van de nieuwe box 3 heffing.

Forfaitair rendement op banktegoeden

De hoogte van het forfaitair rendement op banktegoeden baseert de Belastingdienst op de gemiddelde rente op deposito’s. Dit percentage is 0,25% in 2017, 0,12% in 2018, 0,08% in 2019, 0,04% in 2020 en 0,01% in 2021.

Forfaitair rendement op schulden

Het uitgangspunt voor het berekenen van het forfaitair rendement op schulden is de gemiddelde hypotheekrente. Dit percentage is 3,43% in 2017, 3,20% in 2018, 3% in 2019, 2,74% in 2020 en 2,46% in 2021.

Forfaitair rendement op overige bezittingen

De berekening van het forfaitair rendement op overige bezittingen gebeurt aan de hand van wettelijke forfait uit rendementsklasse II. Het betreffende percentage is 5,39% in 2017, 5,38% in 2018, 5,59% in 2019, 5,28% in 2020 en 5,69% in 2021.

Wanneer krijg je geld terug?

Blijkt de uitkomst van de nieuwe berekening lager te zijn dan de oorspronkelijke box 3 heffing, dan krijg je inkomstenbelasting terug. Als het forfaitaire bedrag gelijk of hoger is dan de box 3 heffing zoals die aanvankelijk luidde, dan krijg je niets terug (en hoef jij ook niets extra’s te betalen!).

Ben je het niet eens met de beslissing? Dan kan je een bezwaar indienen of, na het verstrijken van de bezwaartermijn, om een ambtshalve vermindering vragen bij de belastinginspecteur.

Nog geen of te laat bezwaar gemaakt

Was je te laat met bezwaar maken? Of heb je dat überhaupt nog niet gedaan? In dat geval stond jouw aanslag op 24 december 2021 misschien al onherroepelijk vast. Of je dan nog aan de beurt komt voor een (gedeeltelijke) teruggave is nog niet bekend. In de periode tot Prinsjesdag 2022 onderzoekt het kabinet deze opties nader. Een en ander hangt af van de uitvoerbaarheid en de budgettaire gevolgen. Op dit moment, en in elk geval tot Prinsjesdag 2022, kan je dus geen bezwaar maken.